Lambert Crickxstraat 30
1070 Brussels, Belgium
info@augusteorts.be
distribution@augusteorts.be

en nl

Echoes of Dissent

Trevor Mathison

Dit programma is het eerste luik binnen Echoes of Dissent, een traject dat de hegemonie van het oog en de daaruit volgende miskenning van het oor wil pareren door de verhouding tussen cinema en politiek te beschouwen vanuit het standpunt van het geluid. Het is dan ook niet minder dan toepasselijk om dit traject aan te vangen met een focus op het markante werk van een klankkunstenaar die met recht en reden door Gaylene Gould wordt beschouwd als “de stille centrifugale kracht die schuilgaat achter wat nu wordt erkend als de zwarte Britse esthetiek”.

“Within the spectral temporality of the tape loop, the imperial anxieties of the early twentieth century resonate with the multiple fears of the present.” Aldus omschreef Kodwo Eshun het klankstuk dat Trevor Mathison creëerde voor Expeditions, het allereerste werk van het Black Audio Film Collective (1982-1998). Met deze indrukwekkende compositie, die zowel elementen incorporeert uit dub en musique concrète als uit de industriële mantras van Cabaret Voltaire of de neo-constructivistische anthems van Test Department, zette Mathison de toon voor de soundtracks die hij daaropvolgend zou verzorgen voor de films van het collectief. Het is geen toeval dat de naam van het collectief evenveel nadruk legt op “audio” dan op “film”, of dat verschillende van hun titels — zoals Handsworth Songs (1985) of Three Songs on Pain, Light and Time (1996) — uitdrukkelijk refereren naar sonische processen: het auditieve was minstens even belangrijk als het visuele in hun veelgelaagde en baanbrekende exploraties van noties van ras, etniciteit, kolonialisme, diaspora, identiteit en geheugen. Op de vraag waarom klank en muziek zo’n prominente plaats opnemen, antwoordde John Akomfrah, een van de leden van het collectief: “omdat er zoveel is dat we zonder niet kunnen zeggen.”

Voor Twilight City (1989) creëerde Mathison een hypnotisch auraal landschap van repetitieve texturen en melancholische timbres dat uitdrukking geeft aan het psychogeografische reliëf van de Britse hoofdstad in de greep van gentrificatie en segregatie. In Who Needs a Heart (1991), een portret van politieke uitputting en raciale drift in de jaren 1960-70, wordt dialoog ingeruild voor een compositie van fragmenten uit het werk van jazz grootheden als Ornette Coleman, Eric Dolphy en Anthony Braxton ter evocatie van disharmonie en dissonantie. In The Last Angel of History (1996) vergezelt Mathison’s mixtuur van weifelende motieven en stotterende pulsen een zoektocht naar de genealogie van het Afrofuturisme en zijn voortzetting binnen elektronische muziekbewegingen. Telkens vervaardigt Mathison diep resonerende klankwerelden op basis van wat hij zelf bestempelt als “post-soul noise”: “geluiden die hun oorsprong vinden in reeds bestaande zwarte muziek… maar vervreemd worden, door een klankkast gehaald die ze vreemd en ongewoon maken.” (John Akomfrah)

Na de ontbinding van het Black Audio Film Collective bleef Mathison nauw samenwerken met Akomfrah, met wie hij tal van films en installaties maakte. Met Anna Piva en Edward George, een ander voormalig lid van het collectief, vormde hij de projecten Flow Motion en Hallucinator, wiens mutante techno-dub verscheen op het toonaangevende Chain Reaction label. Onder de naam Dubmorphology maakt hij samen met Gary Stewart installaties die de verhouding tussen cultuur, geschiedenis en technologie onderzoeken. Recent vervaardigde hij ook de klankband voor Garret Bradley’s America (2019), een herinterpretatie van een vergeten geschiedenis van Afro-Amerikaanse cinema.